Toelichting warmteoplossingen

De eerste stappen naar een aardgasvrij Leiderdorp is het terugbrengen van de behoefte. Dit kan door de huizen en gebouwen beter te isoleren of door te besparen (bijv. beïnvloeding van consumptiegedrag of het stimuleren van hybride-warmtepompen). Daarnaast zijn er alternatieve en duurzame oplossingen nodig voor het verduurzaamen van alle woningen en gebouwen (zie  ook onderstaande figuur).

Sommige van deze oplossingen – zoals een lucht- of bodemwarmtepomp – kunnen per individueel gebouw worden geplaatst. Dit noemt men ook wel een individuele warmteoplossing. Elk gebouw wekt dan zijn eigen warmte op. Andere oplossingen zijn collectieve oplossingen. In dat geval wordt een warmtebron gedeeld met een straat, buurt, wijk of zelfs een dorp of een stad. Een voorbeeld hiervan is een warmtenet gevoed door bijvoorbeeld  aardwarmte uit de ondergrond. In het algemeen onderscheiden we vier verschillende, duurzame warmteoplossingen met iedere eigen voor- en nadelen. Van deze warmteoplossingen zijn er drie individueel en is er één collectief.

Onder de figuur worden ze kort toegelicht. Als u meer wilt weten kunt u daar - of via het menu links - doorklikken voor meer informatie per warmteoplossing.

  1. All-Electric (individueel): het duurzaam verwarmen van het gebouw of de woning door middel van een lucht- of bodemwarmtepomp

  2. Hernieuwbare gas (individueel): aardgas wat via het Nederlandse gasnet naar de huizen wordt gebracht, wordt vervangen voor een duurzaam/ hernieuwbaar gas; groen gas of waterstof

  3. Hybride (individueel): Bij een hybride warmteoplossing wordt er van zowel elektriciteit als van (hernieuwbaar) gas gebruik gemaakt.

  4. Warmtenet (collectief): Door middel van warmtetransportleidingen wordt duurzame warmte (warm water) naar de woningen gebracht. Via een warmteafleverset wordt daar de warmte overgedragen aan het verwarmingssysteem van de woning.

Daarnaast geldt in alle gevallen dat het verstandig is om van begin af aan zoveel mogelijk energie te besparen, vooral door het verbeteren van de isolatie binnen de woning. De benodigde besparing door (na-) isolatie is meegenomen in de doorgerekende scenario’s. Door het verregaande isoleren gaat er minder warmte verloren en is er dus ook minder duurzame warmte nodig. Zie ook onderstaand kader.

Isolatie in de Transitievisie Warmte

In de visie op de warmtetransitie zoals die hier voorligt, worden de isolatiemaatregelen als integraal onderdeel van de verschillende scenario's voor duurzame verwarming meegenomen. Dit betekent op hoofdlijnen dat we hebben gekeken wat er op het niveau van de woningen mogelijk en redelijk is (respectievelijk technisch en voor de laagste maatschappelijke kosten) en wat er nodig is vanuit de eigenschappen van de bron. Zo rekenen we voor een all-electric scenario met een na-isolatie tot schillabel B en voor een warmtenet op midden temperatuur - zoals het bestaande warmtenet - met een schillabel D.